blog van Eva De Groote

dinsdag 23 september 2014

Natuurbeleving

Een week met teveel rijkdom. Teveel actie. Teveel combinaties. Mijn eigen overdrive zet zich over op mijn kroost. Eentje kondigt bij het ontbijt aan het eerste leerjaar te laten voor wat het is en zich vandaag te gaan herenigen met de kleuterjuf. Eentje ziet zich niet meer over het dagelijkse huiswerk en verstopt zich in bed in de hoop dat het wel vanzelf zal verdwijnen. Eentje kan geen enkel geluid meer verdragen, vooral het smakken van de eetkompanen veroorzaakt gillende kortsluitingen.

Ik duw ze allemaal naar buiten, naar school. Met extra avondwerk in het vooruitzicht steel ik een ochtenduur. Terwijl ik een kopje zwart goud opslurp herinner ik mij plots een stuk droom van de voorbije nacht. Ik loop door een rustige straat. Zacht getingel weerklinkt. Eerst let ik er niet op. Dan kijk ik toch om en wordt mijn aandacht naar de grond getrokken. Een schildpad. Twee schildpadden. Met zilveren schilden. Ze botsen zachtjes en veroorzaken licht geklingel.

Ik installeer mij in de tuin met een sjaal in de ochtendfriste. De schildpad voert mij in gedachten naar Frankrijk, naar de voorbije zomerreis, naar een andere ontmoeting. Kamperen langs een riviertje in de prachtige Tarnstreek. Een kleine ‘camping sauvage’ met grote afgezonderde kampeerplekken in totale stilte. Fijne ontmoetingen ‘s avonds bij het kampvuur.

Een van de laatste nachten brak er onweer uit. De tentbezetting werd herschikt, de volwassenen verdeeld. Ik sliep samen met de jongste telg. In het midden van de nacht stond ik op, de regen inspireerde mijn blaas. Ik deed mijn koplamp aan en ritste de tent open. Daar stond ik, oog in oog met een kikker, een prachtexemplaar. Een grote groene glanzende kikker, vlak voor de deur. Na enige momenten van intiem oogcontact besloot ik het risico niet te nemen dat het dier me zou vergezellen in het slaapvertrek, en kroop onverrichter zake terug in de slaapzak.

De dag erna, onder begeleiding van een glas bij het kampvuur, leidde het voorval tot heel wat amusement bij de andere kampeerders. En, heb je ‘m gekust of niet? Hoeveel rode wijntjes had je juist op? Toon nog eens hoe groot ie volgens jou was? Een set dierenkaarten verschijnt. Iemand trekt een kaart uit het pak en leest de symboliek van het dier voor. Nog meer hilariteit. Geamuseerd en geïntrigeerd vraag ik of er ook een kikker bij zit. Oh ja. Ik krijg  de kaart en lees over zuivering, de kracht van water, het vervangen van de modder door heldere energie, enzovoort. Hm, dat past wel bij deze reis, bij deze weken van vertraging en digitaal afkicken.

Wat zouden die schildpadden mij kunnen vertellen, vraag ik mij af in de koele ochtend die al naar herfst voorproeft. Traagheid, rusten, beschermd zijn. Ik denk aan de dochter die met haar donsdeken als schild eventjes de wereld uitzette om er dan weer in te vliegen. Allez hop. Ik spring er in en beleef een paar helse, mooie, overdrukke dagen.

En dan is het zondag. Lijf en kop is moe. Ik laat het zijn en drijf mee op familiale uitstap. Een man die er niet meer is wordt vandaag gehuldigd te midden van een natuurgebied, de grootvader van mijn gezel. Hij wordt herdacht als pionier in de natuurbeweging. Er wordt gewandeld. Een gedenksteen wordt onthuld. De verzamelden verplaatsen zich na de onthulling naar de tent wat verderop waar diegenen die slecht ter been zijn al op stoelen geplaceerd zitten. Straks zal ik horen over de speech die zijn goeie vriend, filosoof en oude bondgenoot ten berde bracht. Met anecdotes en verhalen. Waarin vooral het grote missen en het verlangen om binnenkort te worden herenigd voor een krop en vochtige ogen zorgde. Straks zal ik horen over de Europese president die er was als doodgewone burger en een haiku bracht. Straks zal ik horen dat twee achterkleindochters, waaronder eentje uit mijn nest, onder knikkende goedkeuring van de genodigden een stukje muziek brachten tussen de woorden door. Dat de kinderen van de gehuldigde, allemaal zestigers, verenigd waren als broers en zussen. Dat het lang was voor de kleinsten om stil te zitten en onmogelijk om van de chips te blijven.

Nu zit ik in mijn eentje bij de steen op de nieuwe houten bank. Mijn hoofd is te licht en mijn lijf te zwaar om in de tent gevuld met mensen te gaan zitten. Ik lees op de gedenkplaat hoe de herdachte een steen verlegde door natuurbeleving op de agenda te zetten op een moment in de geschiedenis dat niemand daarvan wakker lag. Ik denk aan die enige keer dat ik ooit echt met hem sprak vele jaren terug. Een oude man met wit haar en veel fierheid die ons met zijn vrouw ontving aan de keukentafel. We aten sandwichen met kaas. Op zijn werktafel lag een vergrootglas om de krant te lezen. We kwamen onze verse baby tonen, geboren in een jaar vol van crisis en algemeen pessimisme. Ik verwachtte van de natuurliefhebber dichtbij de grens naar de overkant gedonder en gebliksem over de hachelijke situatie. Hij at zijn sandwich en observeerde ons van achter zijn dikke brilglazen. Ik deelde met hem mijn besoignes over de ontwrichte toestand van de wereld waarin we een nieuw kind hadden gebracht. Hij leunde achterover op de formica keukenstoel en at zijn mond leeg. Hij vertelde over de positieve dingen die hij zag ontstaan, over de sterke jonge krachten van verzet, over het einde van een cyclus en dat het misschien donker leek maar dat het volgens hem de finale stuiptrekkingen waren van een falend systeem op zijn einde. Dat het feitelijk de geboorte van een nieuwe fase aankondigde, dat hij daar eerder met optimisme naar keek.

De gedenksteen ligt aan het begin van een wandelpad dat recht naar beneden loopt. Links ervan trekt zich een vallei open waar ik nu over uit kijk. Wat hogerop hoor ik iemand woorden formuleren in een micro in een tent. Het weer houdt de zot met de seizoenen. Van zon en instant warm naar regen en killig. Ik krijg een dochter in het oog, ze is de enige die buitenloopt. Ze rent op en neer op de heuvel. Nu ze wat dichterbij is zie ik haar speelkameraad. Het is een libelle. Ze loopt er achteraan, stopt plots, het dier komt vlakbij haar gezicht hangen, ze duikt opzij. De gevleugelde duikt mee en komt weer op ooghoogte voor haar neus hangen. Zo gaat ze door en door tot alle woorden zijn gezegd en de schotels met chips eindelijk verschijnen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten