blog van Eva De Groote

woensdag 2 april 2014

Trans

Een doodgewone dinsdag. Ik loop wat voor op mijn agenda en wip binnen in het shoppingcenter op het Zuidplein om een kadootje op de kop te tikken voor een binnenkort jarige. Ik neem de zij-ingang van het verschrikkelijke doch praktische complex, het is de ingang die mij door de Hema loodst.

‘Hier heb ik niks nodig. Hier heb ik niks nodig,’ prevel ik in mezelf maar zoals gewoonlijk kan ik niet weerstaan aan de kousenrayon in het midden van de winkel. Ieder heeft zo zijn fixaties. Ik koop enorm graag gekleurde nylonkousen. Terwijl ik innerlijk sta te onderhandelen of ik nu echt die tint oranje nog nodig heb in mijn garderobe, valt mijn blik op de man naast mij wat verder in het kousenwalhalla. Het is een vrouw. Het is een man gekleed als vrouw. Of beter, als bomma. Intrigerend. Een man van in de veertig. Zijn haren halflang, het zou evengoed een mannencoupe kunnen zijn maar door de manier waarop het gedrapeerd is, lijkt het op een vrouwenkapsel. Hij draagt een ouderwetse plooirok en platte schoenen, compleet met bruine nylons, een witte blouse en een min of meer bijhorende tas. Hij is niet opgemaakt. Het is gewoon een man als vrouw verkleed. Plots besef ik dat ik ‘m schaamteloos zit te bestuderen. Hij kijkt echter niet opzij. Hij is duidelijk getraind in het trotseren van blikken. Hij gaat op in de kousen. Klaarblijkelijk deelt hij dezelfde passie én dezelfde vertwijfeling over de noodzaak tot aankoop.

Een paar dagen eerder hadden mijn collega en ik een meeting belegd met twee jonge mensen uit de holebibeweging. Eerder legden we een traject af met een Kroatische kunstenaar die als journalist en organisator werkt in Zagreb. Hij is ook een verdienstelijk sportman. Hij zet projecten op rond het concept ‘the Queering of Sport’. Het idee is - kort gezegd - de sportwereld als een uniek experimenteerterrein te bekijken om aan te zetten tot sociale, culturele en politieke verandering. Tijdens zijn verblijf in Gent organiseerde hij onder meer wedstrijdjes PinkPong (extra punten voor ‘queer gestures’) en initiatielessen synchroonzwemmen voor alle geslachten (in zwembad Rozebroeken). We ontwikkelden ook, samen met enkele andere makers, een kickertafel waarbij de stereotype figuurtjes werden vervangen door erg diverse figuren in vorm en uiterlijk. Toen het project was afgerond, beslisten we het er niet bij te laten en een workshop te ontwikkelen waarbij de kickertafel een tool wordt om met jongeren rond gender en seksualiteit te werken. Daarvoor zochten we extra expertise en partnership, onder meer uit de holebibeweging.

We zijn in afwachting van de komst van onze gasten en mijn collega - die mij altijd verstelt met haar parate kennis over de meest uiteenlopen zaken - overloopt eventjes wat termen. Ze is veel meer thuis in het gendergebeuren dan ik en is er niet duidelijk niet gerust in of ik het allemaal wel goed begrepen heb.

‘Dus,’ vat ze aan met besliste handbewegingen,’ het gemakkelijkste is eigenlijk seksuele voorkeur. Je valt op mannen of op vrouwen of op allebei. Klaar. Daarnaast heb je geslacht. Dat lijkt simpel - jongen/meisje - maar is eigenlijk al een stuk complexer. Er is heel wat onderzoek dat aantoont dat geslacht, net als gender, een spectrum is waarbij onder andere hormonen en anatomie een grote rol spelen.’

Ik begin al te fronsen maar ze gaat door.

‘En dan heb je genderidentiteit. Eigenlijk is dat je psychologisch geslacht. Meestal valt je genderidentiteit en je biologisch geslacht samen. Maar het kan ook gebeuren dat je je bijvoorbeeld een meisje voelt in een jongenslichaam of omgekeerd. Ook hier : veel variatie mogelijk. Denk niet binair, denk spectrum.’

Ik wil een vraag stellen en leun naar voor om dat duidelijk te maken maar ze blikt me streng toe het niet te wagen om te onderbreken.

‘En dan heb je ook nog genderexpressie. Dat is wat je naar buiten brengt. Hoe je je toont aan de buitenwereld. Welke rol je opneemt. Hoe je je kleedt. Natuurlijk zijn ook hier weer veel variaties mogelijk. De meeste mensen hebben vleugjes mannelijke en vrouwelijke kenmerken in hun genderexpressie. En ja, dan heb je natuurlijk ook nog culturele en contextuele verschillen.’

Ik wil eindelijk een vraag stellen als de twee jongemannen die we verwachten aan de deur verschijnen. We verwelkomen hen en schetsen de voorgeschiedenis en de context van de plannen waarin we hen hopen aan boord te heisen als trainers. Het lijkt een goeie match. Marc vertelt over zijn ervaringen om workshops te begeleiden met jongeren rond holebithema’s. Peter heeft niet zozeer ervaring in het werken met jongeren.

‘Maar, zegt hij, ‘ik ben zelf transgender en geef als vrijwilliger vormingen aan volwassenen over het thema.’

‘Fijn,’ zegt mijn collega enthousiast,’ zullen we eens de concrete uitwerking overlopen die we in gedachten hadden?’

Ze zit aan de overkant van de tafel en steekt van wal. Terwijl onze gasten vol aandacht haar uiteenzetting volgen, kan ik ongegeneerd gluren naar Peter. Een transgender. Ik moet toegeven dat

A. ik er geweldig door gefacineerd ben en

B. ik het nog steeds niet goed begrepen heb.

Hij ziet er uit als een man. Het lijkt er sterk op dat hij geboren is als man. Zijn outfit is neutraal. Zijn gestes zijn neutraal. Terwijl hij aandachtig van mij wegkijkt naar de andere kant van de tafel waar mijn collega op de computer een aantal schetsen overloopt, stel ik mij stukjes uit zijn leven voor. Een aaneenrijging van trotsementen. Ma. Pa. School. Pesterijen. Onbegrip. Eerste gefrutsel. Beseffen dat er iets ander bedraad is. Eerste verliefdheid. Aanvaarden dat de dingen niet doorsnee marcheren.

Tjonge, denk ik bij mezelf, dat vraagt ballen zeg, niet voor mietjes. Ik sla mijn hand voor de mond alsof ik dat luidop gezegd heb. De twee mannen kijken mij plots aan. Nee, niets hoor, gebaar ik naar hen en mijn collega. Doe gerust verder.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten