blog van Eva De Groote

dinsdag 10 maart 2015

Volhouden

De jongste heeft de pech dat we het allemaal al eens gezien hebben en niet snel overstag gaan. De episodes van systematische dwarsheid, van tenenkrullende ambetantigheid, van aanhoudend ‘ikverveelmij’ gejengel. Ik blijf er meestal stoicijns bij, treed op als het de spuigaten uitloopt, geef wat extra aandacht af en toe.
Dé strijdarena echter, dat zag ik ook bij de voorgangers, zijn de muzieklessen. Het oefenen thuis en de ene les per week bij de leraar zijn uitgelezen kansen voor een zesjarige om te oefenen in de nieuwe rayon der mogelijkheden: ‘machtspelletjes’. Het gebedel, geprobeer, getrek en geduw om het kind naar de les te krijgen past in het schuifje ‘onterend’ in de categorie ‘ouderschap’. Na het overleven van eerdere vioolterreur en verscheidene celloattaqueskes, weet de derde telg verdorie twijfel en twist bij haar uitbroeders te veroorzaken. ‘Voor wie of wat zouden we dat kind nog blijven pushen als ze niet wil? Dat ze er dan maar mee ophoudt, dan zijn we van het gezaag van af.’ ‘Jamaar, ze heeft ons eerst de oren van de kop gezaagd om lessen te mogen volgen, is het nu niet onze taak als ouder om haar te helpen volhouden?’

Het voorbije weekend beloofde een heuse overdosis gejengel. Niet alleen nam het een start op zaterdagochtend met intensief ‘allez kom, niet zeuren, we gaan gewoon efkes naar de les’- gepor, het zou ook nog moeten eindigen met een informeel concert van kleine pianisten op zondagavond..
Op de schitterende vooravond van een eerste lentedag bellen we aan bij het statige herenhuis waar het concert der mini’s zal doorgaan. Ik geef het ouderlijk gezag prompt door aan de pianojuf die meteen ziet hoe laat het is. Ze gaat op haar hurken zitten voor het mokkend mormeltje en zegt: ‘Weet je wat, jij gaat gewoon eerst, dan ben je ervan af, goed?’ Naar de voeten starend hoofdgeschud is de reactie. ‘Ok, tweedes dan, en geen verdere discussie.’ Ze trekt haar schouders op. We klimmen naar de kamer op de eerste verdieping waar de andere ouders al rond de vleugelpiano zitten. Nadat het eerste durvertje de spits heeft afgebeten, wordt mijn dochter kordaat gesommeerd door de pianojuf. Ze gehoorzaamt en beent zuchtend naar de vleugel. Ze speelt op een drafje de twee afgesproken liedjes en rent weer naar haar plaats, haar gezicht verscholen houdend achter haar haren.
‘En dan nu de Stella’s,’ zegt de juf. Nemen plaats aan de piano: twee meisjes, van zes en zeven. Ze dragen dezelfde naam. Hun ouders vonden elkaar en vormden nieuwe gezinnen. De vader van de ene Stella is ook de stiefvader van de andere Stella. Beide Stella’s hebben hun moeder mee. En voor elke Stella tekent een stiefvader present. Daar gaan ze. Ze spelen een quatre mains, de nieuw gevonden zusjes. Ze concentreren zich gespannen bij het eerste deel. Eens de kop er af is komt er spelplezier en gegiechel bij en verhuizen ze van plaats om elk alle toetsen van de vleugel te beroeren. Ze maken vast ruzie thuis. Het is wellicht soms ingewikkeld. Maar daar zitten ze dan zusterlijk, ze spelen de pannen van het dak.

Uren later tracht ik de troepen onder zeil te krijgen. Het weldadige lentelicht heeft de veulens in hen gewekt, ze zijn niet kalm te krijgen. ‘Ik moet nog iets gaan halen beneden,’ zegt de kleinste en ze verdwijnt langs de trap. Als de zussen eindelijk met strip en nachtlamp in bed zitten, besef ik dat de kleinste nog steeds beneden is. Ik ga kijken, glip de woonkamer in en zie haar zitten aan de elektrische piano met de koptelefoon op. Ze zit met haar rug naar mij toe, ze ziet mij niet. Haar vingers rennen over het toetsenbord, haar hoofd deint mee, haar voeten raken nog niet aan de grond.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten